1. De organen van het samenwerkingsverband zijn de gezamenlijk handelende leden en de bestuurder of bestuurders.
De oprichtingsovereenkomst kan bepalen dat er nog andere organen zijn; zij moet dan de bevoegdheden daarvan regelen.
2. De leden van het samenwerkingsverband, optredend als orgaan, kunnen alle besluiten nemen ter verwezenlijking van het doel van het samenwerkingsverband.